Niet mijn lijf
Ik kom er steeds meer achter dat het niet mijn lijf is dat bepaalt wie ik ben. Desondanks steek ik best veel tijd in het gezond houden en optimaliseren van mijn lijf. Sterker nog, ik richt er steeds meer aandacht op. En niet alleen op mijn lijf, maar ook op mijn mentale gesteldheid, mijn ‘geest’. Want iedereen kent wel de uitspraak ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’. Een uitspraak die volgens mij beslist hout snijdt. Het één kan niet zonder het ander. Als je goed voor je lijf zorgt dan doet dat ook echt wat voor je mentale gesteldheid.
Dysthyme stoornis
Lang geleden, in de periode tussen het verlaten van mijn ouderlijk huis en mijn eerste serieuze relatie, zat ik niet lekker in mijn vel. Ik moet een jaar of vijfentwintig zijn geweest en liep behoorlijk met mijn ziel onder de arm. Alleenwonend combineerde ik werk en studie en had nog niet zo lang geleden mijn coming out gehad. Ik ging regelmatig uit en had een paar leuke ‘vrienden’. Voor mijn gevoel leefde ik een beetje op de automatische piloot. Voor de buitenwereld functioneerde ik prima, maar van binnen was ik somber en neerslachtig. Op een gegeven moment, toen ik in de gaten kreeg dat het niet vanzelf over ging, ben ik hulp gaan zoeken. Ik belandde bij een psychotherapeut. Na een uitgebreide intake kreeg ik van haar de diagnose dysthyme stoornis. Een langdurige milde depressie. Bij een dergelijke depressie zijn de klachten zogezegd veel milder, maar zijn ze wel chronisch.
Inmiddels ben ik achtenveertig en heb soms bij vlagen nog last van een depressieve stemming. De wintermaanden met weinig licht zijn extra uitdagend voor me. Maar sinds ik elke dag een flinke wandeling maak, kom ik de wintermaanden ook veel beter door. Veel energie steken in een gezond lijf is voor mij een overlevingsmechanisme geworden. Doe ik dat niet, dan heeft dat geheid zijn weerslag op mijn mentale gesteldheid. Het is voor mij eigenlijk gewoon bittere noodzaak dat ik fysiek sterk en gezond blijf. En toch kom ik er steeds meer achter dat ik niet mijn lijf ben. Niet mijn lijf en ook niet mijn geest. Dat klinkt misschien heel vaag, maar dat is het niet. Ik zal het proberen uit te leggen.
Bijna-doodervaring
Deze week zaten mijn vrouw en ik te kijken naar de eerste aflevering van de Netflix serie ‘Surviving Death’. Een serie over bijna-doodervaringen. Het bijzondere van zo’n ervaring is dat de mensen die het hebben meegemaakt allemaal klinisch dood waren. Klinisch dood betekent dat er geen enkele hersenactiviteit meer is. Althans, met wat wij met de moderne medische technieken kunnen registeren. Maar deze mensen blijven niet dood, ze komen terug. En uit dat wat ze ervaren hebben toen ze klinisch dood waren lijkt het bewustzijn volledig intact te zijn gebleven. Sterker nog, het bewustzijn lijkt zich eerder vergroot dan verkleint te hebben.
Het fenomeen van de bijna-doodervaring roept bij mij twee vragen op. De eerste vraag is of onze definitie van ‘klinisch dood’ wellicht niet klopt? Misschien zijn we gewoon nog niet in staat om de hersenactiviteit die gekoppeld is aan een bijna-doodervaring te meten. De andere vraag heeft te maken met de locatie van het bewustzijn. Is het denkbaar dat bewustzijn helemaal geen hersenactiviteit is? Dat bewustzijn niet plaats vindt in ons brein, niet in ons lijf, maar daarbuiten? Dat zou betekenen dat als een persoon sterft, zijn/haar bewustzijn onaangeraakt blijft. Maar als dat zo is, waar blijft dat bewustzijn dan? Of blijft het bewustzijn gewoon op de plek waar het altijd is geweest? Is ons lijf, ons brein, niets anders dan een middel om gedurende ons leven uitdrukking te geven aan dat bewustzijn? Maar dat zou betekenen dat het leven niet stopt bij de fysieke dood.
Leven na de dood
Het antwoord op de eerste vraag lijkt me erg ingewikkeld. Gaat de wetenschap niet pas op zoek naar mogelijke andere uitkomsten als men er ofwel van uitgaat dat bewustzijn geen functie van het brein is of als men aanneemt dat de huidige techniek nog niet alle hersenactiviteit registreert? Kortom, gaat de wetenschap een antwoord op die vraag vinden? En komt de gedachte dat er iets van ons blijft voortbestaan niet simpelweg voort uit de wens dat dat zo is? Voor veel mensen is het namelijk onverteerbaar dat het leven eindigt na de fysieke dood. Sterker nog, de meeste zo niet alle religies zijn gebaseerd op een leven na de dood.
Collectief bewustzijn
Als ik kijk naar mijn lijf en mijn eigen gedachten observeer, dan bekruipt me steeds meer het gevoel dat ik niet mijn lijf, gedachten, herinneringen, gevoelens en emoties ben. Dat wie ik werkelijk ben veel verder reikt dan de beperkende grenzen van mijn lijf, van mijn brein, van het tijdelijke. Stel nou dat wij mensen allemaal onderdeel uitmaken van één groot collectief bewustzijn. Dan zijn we in wezen allemaal één. We komen bij de geboorte weliswaar allemaal terecht in een uniek lijf. Ontwikkelen onszelf allemaal op onze eigen individuele wijze. We vormen gedachten en ervaren emoties die daaraan gekoppeld zijn en maken onze eigen individuele herinneringen. Maar als we een collectief bewustzijn delen, dan is er dus een basis om in liefde samen te leven. Dan zijn oorlog en conflict niet langer nodig. Dan kunnen we samen werken aan een ‘hemel’ op aarde.
Transformatie
Het mysterie van ons bewustzijn triggert mij in ieder geval om dit lijf en dit brein zo gezond mogelijk te houden. Al was het maar om op die manier mijn kansen te vergroten om een stapje dichterbij een antwoord te komen. Door goed voor mijn lijf en mijn geest te zorgen gaat het leven steeds gemakkelijker stromen. In kom meer en meer in een ‘flow’ waarin ik ‘het leven’ kan aanvaarden zoals het komt. Ook de mindere momenten. Ik probeer meer vanuit bewustzijn te leven en me minder te laten leiden door de waan van de dag. Het is een poging om te transformeren tot wie ik werkelijk ben. Of ‘dit leven’ voldoende is om dat te bereiken? Geen idee. Dat maakt ook niet uit, want ik kan altijd nog een keertje terugkomen.