Deze tekening van een figuurtje met veel en een figuurtje met weinig geld staat symbool voor het onderwerp van mijn blog over ongelijkheid.

Ongelijkheid

Zie jij dat ook, die alsmaar toenemende ongelijkheid in de wereld? Lukt het jou nog om je ogen daarvoor te sluiten? Mij lukt dat steeds minder goed. En het is niet dat ik het niet probeer hoor. Ik leef nogal media-arm, maar desondanks laat het me allesbehalve onverschillig. Is het mijn leeftijd? Of is het de ongekende welvaart waarin ik leef? Ik voel me soms gewoon schuldig dat ik het zo goed heb en dat er oneindig veel mensen zijn die een ronduit belabberd bestaan leiden. Hoe ervaren mensen die niet of nauwelijks de eindjes aan elkaar geknoopt krijgen ongelijkheid? Kijken zij vol afgunst naar mensen zoals ik die het beter hebben? Of vergelijken zij zich met mensen die het nog beroerder hebben? 

De plek waar je wieg stond

Waarom bestaat er zo’n enorme ongelijkheid? En waarom wordt de kloof tussen mensen alsmaar groter? Bij ongelijkheid moet ik onmiddellijk denken aan de gigantische inkomens- en vermogensverschillen. Maar ongelijkheid beperkt zich niet tot de financiële middelen waarover je kunt beschikken. Ongelijkheid speelt zich af in werkelijk alle facetten van het leven. Een van de meest bepalende aspecten in ongelijkheid is nog altijd de plek waar je wieg heeft gestaan. Want iemand die voor een dubbeltje geboren is, wordt zelden een kwartje. 

Privileges

Neem mij nou. Ik ben geboren in Nederland, uit blanke ouders die allebei een betaalde baan hadden. Zoals gebruikelijk in die tijd stopte mijn moeder met werken toen ze kinderen kreeg. Mijn vader werd kostwinner en werkte zichzelf vanuit het lager beroepsonderwijs omhoog naar het hoger beroepsonderwijs. Mijn moeder, toen ze nog werkte, had een middelbare beroepsopleiding afgerond. Was zij blijven werken, dan had zij zich ongetwijfeld ook omhooggewerkt.

Hoe anders is het als je ouders of grootouders niet oorspronkelijk uit Nederland komen. Of als je niet bent grootgebracht in een traditioneel gezin zoals ik. Wat als je ouders bijvoorbeeld ongeletterd zijn. Of ziek, gehandicapt of verslaafd. Het maakt vreselijk veel uit of je wieg in een achterstandswijk in een grote stad stond of in een twee-onder-een-kap in een middelgrote gemeente in de provincie. Het draait allemaal om kansen. Door de privileges die mij al bij mijn geboorte ten deel vielen heb ik statistisch gezien aanmerkelijk betere kansen, dan iemand die niet over die privileges beschikt. 

Armoede in Nederland

In een rijk en welvarende land als Nederland zijn we hard op weg om de miljoen aan te tikken. Ik heb het dan over het aantal mensen dat in armoede leeft. Dat is ruim vijf procent van de totale bevolking. Ik vind dat veel. De gemeente waarin ik woon heeft het ambitieuze plan opgevat om in 2040 armoede volkomen te hebben uitgebannen. Ik mag daar als vrijwilliger een hele kleine bijdrage aan leveren. Maar armoede is helaas niet de enige uiting van ongelijkheid. Helaas maakt het vandaag de dag namelijk voor je kansen in de wereld ook nog uit welk geslacht je hebt. Mannen genieten van oudsher betere kansen dan vrouwen. Ook nu nog. En eigenlijk is geslacht een hele ouderwetse aanduiding. Want in de huidige maatschappij is je genderidentiteit volgens mij nog veel belangrijker dan het geslacht waarmee je werd geboren. 

Ongelijkheid op basis van genderidentiteit en seksuele voorkeur gaan hand in hand. LGBTQ+ fobie is actueler dan ooit. We leven in een kleurrijke wereld waarin iedereen gelijke kansen verdient. Helaas is de werkelijkheid voor veel mensen uit de LGBTQ+ gemeenschap helemaal niet zo kleurrijk en glanzend als je misschien denkt. Eerder dof en grijs. De onverdraagzaamheid jegens mensen die niet mainstream zijn en zich niet in een hokje laten plaatsen is ongekend groot. De polarisatie in ons land draagt daar in grote mate aan bij. 

Polarisatie

Je bent tegenwoordig voor of tegen, links of rechts, gevaccineerd of wappie. Er wordt van je verwacht dat je een duidelijke kant kiest. De nuance is ver te zoeken. Net als de bereidheid om in dialoog samen tot oplossingen te komen. Neem nou de ongelijkheid met betrekking tot de gezondheidszorg. Mensen die in armoede leven hebben meer en vaker gezondheidsproblemen dan mensen die niet in armoede leven. Een gezonde leefstijl kost tijd, geld, energie, doorzettingsvermogen en vereist bovendien de overtuiging dat je het kunt. Wie in armoede leeft heeft vaak een veel stressvoller leven. Langdurige stress heeft op zichzelf al een negatieve invloed op iemands gezondheid. Bovendien zorgt diezelfde stress ervoor dat aan de bovengenoemde vereisten veel moeilijker kan worden voldaan. 

“Stop maar niet met roken, dat geeft teveel stress!”

Onlangs was ik op huisbezoek bij een gezin met een baby van vier maanden oud. Moeder heeft psychische problemen waar ze voor onder behandeling is. Daarnaast heeft zij schulden. Door de hoge energierekening dreigt ze nu extra schulden op te bouwen. Moeder rookt en wil daar volgens eigen zeggen graag van af. Het advies dat ze echter van haar behandelaar kreeg was om vanwege de stress maar niet te stoppen met roken. Toen ik dat hoorde zakte mij zowat de broek af. Een moeder die omwille van haar eigen gezondheid en dat van haar gezin graag wil stoppen met roken ga je toch helpen om ervan af te komen? Die adviseer je toch niet om tegen beter weten in te blijven roken, omdat het stoppen zogenaamd te veel stress zou opleveren?

Welk advies had deze moeder gekregen als haar wieg ergens anders had gestaan? Krijgt zij wel dezelfde hulp en ondersteuning bij het stoppen met roken als een moeder zonder psychische problemen en schulden? En hoe ga ik zelf om met de mensen om mij heen? Maak ik zelf dan geen onderscheid op basis van uiterlijke kenmerken, leeftijd, genderidentiteit of iemands seksuele voorkeur? Ik hoop van niet. In mijn opleiding tot verpleegkundige is het er bijna ingeramd dat je iedereen zonder aanziens des persoon dient te bejegenen. Maar ik ben ook maar een mens en ga dus ook wel eens de mist in.

Hoe ik de mist in ging

Een tijdje geleden klampte een dame me op de parkeerplaats van Albert Heijn aan. Of ik haar met de auto naar een dorp verderop wilde brengen. Ze kon niet met de trein omdat er iets met haar pinpas of haar telefoon was. Ik was erg overdonderd door de vraag. Wat moest ik doen? Veel tijd om na te denken had ik niet en bijna reflexmatig zei ik dat ik dat vanwege een andere afspraak niet kon doen. Het was een smoes. Achteraf heb ik hier nog over na zitten denken. Had ik een andere keuze gemaakt als de dame in kwestie er anders uit had gezien? Deze dame oogde als een man in transitie en ik kreeg een beetje een vreemde vibe van haar. Waarom twijfelde ik aan haar verhaal? En had ik dat ook gedaan bij een willekeurige andere vrouw? 

Angst bestrijden door verbinding te zoeken

De wereld wordt geregeerd door angst en ik denk dat het die angst was die mij heeft belet om ja te zeggen tegen het verzoek. Maar angst helpt ons niet verder. Sterker nog, het drijft ons uit elkaar. We trekken ons terug in onze veilige bubbels terwijl we juist veel meer verbinding met elkaar moeten zoeken. Want alleen zo kunnen we de wereld een beetje mooier maken. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.