Je kun nog zo gezond zijn, maar wat stelt het allemaal voor als je geen of weinig verbinding voelt met anderen.

Verbinding

Wist je dat de verbinding die je voelt met andere mensen voor een groot deel je gezondheid bepaalt? Veel mensen denken dat je gezondheid het meest wordt beïnvloed door voeding, beweging, slaap, stressreductie en zingeving. Echter, je kunt nog zo goed bezig zijn op die vijf factoren en toch niet helemaal lekker in je vel zitten. Als dat zo is, dan kan het zijn dat er mogelijk iets hapert op de factor verbinding. Een andere term voor verbinding is sociaal contact. Verbinding zegt volgens mij vooral iets over de beleving van sociaal contact. Met andere woorden, wat het met je doet. 

Eenzaamheid

Neem nou eenzaamheid. Mensen die zich eenzaam voelen kunnen bij wijze van spreken een heleboel sociale contacten hebben. Maar omdat ze op de een of andere manier geen aansluiting vinden kunnen ze zich desondanks heel eenzaam voelen. En van eenzaamheid staat vast dat het je levensduur bekort. Eenzaamheid dichten we vaak toe aan ouderen, maar eenzaamheid maakt geen onderscheid naar leeftijd, gender, afkomst of wat dan ook. Tijdens de recente coronapandemie waren het niet alleen ouderen in verpleeghuizen die als gevolg van de strenge maatregelen dreigden te vereenzamen. Wat te denken van scholieren en studenten die elkaar alleen nog maar online zagen.

Kortom, als je voelt dat je geen of weinig verbinding met andere mensen hebt, dan kan dat een behoorlijke wissel trekken op je algehele gezondheid. Zelf ben ik al jaren heel bewust met mijn gezondheid bezig. Ik heb veel geleerd over goede voeding, beweging, slaap-hygiëne en de invloed van stress op mijn gezondheid. Bovendien vind ik zowel als huisman als in mijn vrijwilligerswerk een stukje zingeving. Echter, op het terrein van verbinding heb ik denk ik de laatste jaren wel het een en ander laten liggen. 

Behoefte aan verbinding

Nu ben ik van nature redelijk introvert en heb ik geen behoefte aan een enorme vriendenclub. Maar eerlijkgezegd heb ik pakweg de afgelopen tien jaar niet heel erg mijn best gedaan om verbinding met nieuwe mensen te maken. De mensen waar ik een hele diepe verbinding mee heb zijn mijn vrouw en mijn kinderen. Op de voet gevolgd door mijn ouders en mijn zus. De afgelopen tien jaar was dat ook eigenlijk genoeg. Maar nu niet meer. Komt dat omdat mijn kinderen me minder nodig hebben? Ontstaat er weer ruimte en energie om contacten buiten het eigen netwerk te zoeken? Waar komt die behoefte vandaan?

Verklaring

In Maastricht, waar ik tot 2014 heb gewoond had ik een paar hele goede vrienden. De twee jaar dat we daarna in Eijsden hebben gewoond heb ik geen nieuwe contacten opgebouwd. Ik zat midden in de zorg voor twee piepjonge kinderen. Dat is geen excuus, maar wel een verklaring. Toen we eind 2016 naar Winterswijk verhuisden had ik niet de illusie dat ik snel een nieuwe club vrienden aan mijn netwerk kon toevoegen. Ik ben een jaar lid geweest van het Winterswijks Muziektheater (WMT). Mijn vrouw is daar kort na mij ook lid van geworden. Mijn ouders pasten elke repetitieavond op, maar in de aanloop naar de voorstelling waren we zoveel van huis dat ik dat voor mezelf niet meer kon rijmen met mijn rol van thuisblijfpapa. Dus het is bij één jaar WMT gebleven. 

Vriendengroep

Drie maanden geleden is mijn zwager Michael plotseling overleden en nu staat mijn zus er alleen voor. In zekere zin althans. Maar ook weer niet, want ze heeft in de loop van haar leven een hele hechte vriendengroep opgebouwd. Vrienden heb je om de mooie momenten in het leven samen mee te vieren. Maar vrienden heb je ook om steun en troost van te ontvangen in tijden waarop het minder gaat. Ik heb niet zo’n vriendengroep om de simpele reden dat ik daar nooit echt werk van heb gemaakt. 

Een echte studententijd heb ik nooit gehad, want na het VWO heb ik alles wat daarna kwam in deeltijd gedaan. De meeste collega’s waarmee ik ooit heb samengewerkt zag ik bovendien niet buiten werktijd. Op de een of andere manier heb ik bij elke overgang naar een nieuwe fase (studie, werk, woonplaats) mijn schepen achter mij verbrand. En nu ik wel weer meer behoefte heb aan verbinding, moet ik opnieuw gaan bouwen. 

Eigenwaarde en lef

Verbinding zoeken met een ander vraagt om de nodige hoeveelheid eigenwaarde en lef. Ik ben daar volgens mij niet zo ruim in bedeeld. Als ik naar mezelf kijk en hoe ik me heb ontwikkeld dan denk ik soms dat mensen me een rare snuiter vinden. Ik behoor op een groot aantal vlakken namelijk tot een minderheid. Zo ben ik een huisman die voorheen getrouwd was met een man. Ik ben alcoholist en om die reden geheelonthouder. Daarnaast ben ik veganist, woonachtig in een agrarisch buitengebied en lid van de Partij voor de Dieren. Ik ben wie ik ben. Daar ben ik dik tevreden mee. Maar het maakt het wel lastiger om verbinding te vinden met gelijkgestemden of in ieder geval mensen die ‘openminded’ zijn. 

Verbindende factor

Ik geef de moed echter niet op. Ben tenslotte pas net vijftig en hoop nog een heel leven voor me te hebben. Zonder mezelf op de borst te slaan denk ik dat ik in vriendschap best wel wat te bieden heb. De afgelopen tien jaar hebben vooral in het teken van gezond zijn en blijven gestaan. De komende tien jaar zal ik nog meer dan voldoende aandacht voor mijn fysieke en mentale gezondheid hebben. Echter, een klein stukje van de tijd en de energie die ik daarin heb gestoken wil ik graag in verbinding steken. Verbinding tussen mijzelf en andere mensen, maar wellicht ook wel in de verbinding tussen mensen onderling. Zou ik daar een verbindende factor in kunnen zijn?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.