Zorgen
Iedereen heeft zorgen. Grote zorgen of kleine zorgen. Sinds afgelopen vrijdag heb ik er wat zorgen bijgekregen. Het was het einde van een drukke kliniek week van mijn vrouw en ze keek al reikhalzend uit naar het weekend. De weersvoorspellingen voor die dag waren gunstig. Weliswaar koud, maar in ieder geval droog. Dus om even voor achten stapte ze op de fiets naar haar werk. Onze kinderen zouden enkele minuten later ook op de fiets stappen om naar school te gaan. Een paar minuten nadat mijn vrouw was vertrokken ging mijn mobiel. Het was mijn vrouw die belde.
Ik heb hulp nodig
Haar eerste woorden waren in de trant van “Ik heb hulp nodig. Ik ben met de fiets gevallen en heb een hoofdwond.” Ik schrok me helemaal te pletter. Ze verzekerde me echter dat het allemaal wel meeviel, maar daardoor was ik bepaald niet gerustgesteld. De gladheid was de boosdoener. Op dat moment hoorde ik de achterdeur dichtgaan. Dus ik vloog als een malle naar buiten. Onze kinderen wilden net op hun fiets wegrijden. Ik vertelde ze dat hun moeder was gevallen en dat ik ze met de auto naar school ging brengen. Ik vloog weer naar binnen om gauw nog even keukenrol, een handdoek en een nat washandje te pakken.
Eenmaal onderweg belde mijn vrouw nog om me te manen om ook met de auto rustig te rijden vanwege de gladheid. Maar op de wegen was goed gestrooid en was het niet glad. Haar gehavende fiets had mijn vrouw inmiddels gestald bij Villa Elise, een boetiek hotel aan de rand van Winterswijk, een paar stappen van de plek waar ze met de fiets onderuit was gegaan.
Fietspaden en rotonde’s
Bij de eerste aanblik had mijn vrouw inderdaad een wondje boven haar rechteroog, maar het bloeden viel gelukkig mee. Daarnaast had ze wat last van haar rechterhand. Met die hand had ze zichzelf opgevangen. Nadat we samen de kinderen op school hadden afgezet reden we door naar het ziekenhuis. Onderweg waren we getuige van meerdere valpartijen van fietsers. Opvallend genoeg allemaal op fietspaden en bij rotonde’s. Bij één rotonde lag een meisje roerloos op de grond met de nodige omstanders die zich over haar ontfermden. Even verderop kwam een ambulance met haastige spoed onze kant op.
In het ziekenhuis
Mijn vrouw had een collega van wie ze vermoedde dat ze al aanwezig was per telefoon al laten weten wat er gebeurd was. Eenmaal bij het ziekenhuis liepen we naar de poli neurologie, het werkterrein van mijn vrouw. Haar collega’s waren bezig met de overdracht. Na een kort onderhoud met haar collega’s liepen we door naar de SEH. Daar was het op dat moment erg rustig. De eerste opvang werd gedaan een SEH-verpleegkundige. Kort daarna volgde de arts. Mijn vrouw moest verschillende vragen beantwoorden om de aard en de ernst van haar hoofdletsel te bepalen. Ook keek de dokter naar haar hand en besloot om daar enkele röntgenfoto’s van te laten maken.
Botbreuk
In afwachting van de uitslag van de foto’s kreeg mijn vrouw last van haar rechteronderbeen. Door de broek heen was een behoorlijk zwelling te zien. Omdat de broek erg irriteerde hielp ik haar om deze uit te doen. Op de plek van de zwelling was haar been flink blauw geworden. Bij terugkomst heeft de arts het been ook nog onderzocht, maar afgezien van de zwelling was er niets kapot. Na de eerste serie foto’s van haar hand moest mijn vrouw nog een keertje terug naar de röntgenafdeling. Daarna kwam de arts met de uitslag.
Het os hamatum was stuk. Het os hamatum of haakvormig been is een van de acht handwortelbeentjes. Om te kunnen herstellen moest het botje gefixeerd worden. Dat betekende voor mijn vrouw helaas haar onderarm in het gips. Een geluk bij een ongeluk. Het is haar rechteronderarm en mijn vrouw is linkshandig. Maar evengoed kun je je met een hand niet compleet behelpen en komen er wat extra zorgen op mijn schouders en die van de kinderen terecht.
Werken
Mijn vrouw meent dat ze met een arm in het gips prima haar werk kan doen. In zekere zin zal ze daar wel gelijk in hebben, maar ze zal ook ongetwijfeld tegen een aantal beperkingen aanlopen. Om te beginnen heeft ze vervoer nodig om naar haar werk te komen. Dus dat wordt de komende weken wat extra ritjes richting het ziekenhuis voor mij. Tenzij ze met het lichtgewicht gips dat ze na dit weekend krijgt zelf mag rijden. Verder zal ze al haar computerwerk met één hand moeten doen. Dat kost extra tijd en kan in potentie de nodige frustratie opleveren. Maar wellicht dat ze haar verslagen ook gewoon kan inspreken. Dat is anno 2025 natuurlijk helemaal niet ondenkbaar.
Maar wat te denken van de dienst als ze toch niet zelf mag rijden. Ik wil haar, mocht zich dat voordoen, met alle liefde midden in de nacht naar het ziekenhuis rijden. Maar daar blijven is met twee kinderen thuis natuurlijk geen optie. Dus ik moet dan weer naar huis me laten bellen als ze klaar is om weer opgehaald te worden. En voordat we ’s nachts überhaupt richting het ziekenhuis kunnen gaan zal ik haar eerst moeten helpen met aankleden. Ook daar heb ik vanzelfsprekend geen enkele moeite mee. Voor mijn vrouw is dit een stuk vervelender dan voor mij.
Dankbaar
Wat het huishouden betreft verandert er niet bijster veel. Ik deed al het leeuwendeel en daar komen de komende weken slechts enkele taakjes bij. We moeten er samen voor zorgen dat we als gezin de komende weken goed doorkomen. En als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar even zoals het gaat. Ik ben in ieder geval heel dankbaar dat het bij slechts een gebroken handwortelbeentje, wat schrammen en de nodige blauwe plekken is gebleven. Het had namelijk heel anders kunnen aflopen.


Wat een pech. Van harte beterschap voor Manuela.
Dankjewel Jos