Omdenken
Het wordt tijd dat we leren omdenken want het water staat ons aan de lippen. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Echter, als de opwarming van de aarde zich doorzet, wanneer bereiken we dan het punt dat we letterlijk geen droge voeten meer houden? Nederland ligt voor een groot deel onder de zeespiegel en als deze gaat stijgen als gevolg van de opwarming van de aarde, dan gaan we een nieuwe watersnoodramp tegemoet. Maar waarom stijgt de zeespiegel eigenlijk door opwarming van de aarde? Ik dacht aanvankelijk dat dat voornamelijk werd veroorzaakt door het smelten van het poolijs, maar omdat het poolijs al drijft draagt het smelten daarvan juist niet bij aan de zeespiegelstijging. Deze wordt veroorzaakt doordat gletsjers, landijs dus, smelten en het zeewater uitzet omdat de oceanen opwarmen.
Volgens wetenschappers zijn de Deltawerken, gebouwd om onze voeten droog te houden, berekend op een zeespiegelstijging van 40 centimeter. Rutger Bregman, schrijver bij De Correspondent, memoreerde hier begin dit jaar nog aan in zijn open brief aan alle Nederlanders getiteld “Het water komt”. Bregman schetste in die brief het beeld dat er een kans is dat onze kinderen in de toekomst afscheid moeten nemen van steden als Den Haag, Delft, Rotterdam, Amsterdam, Leiden en Haarlem. In deze brief vraagt hij zich af wat er mis moet gaan om in Nederland het besef te krijgen dat het water ons al aan de lippen staat en dat alleen een ware revolutie en een complete transformatie van onze economie dit tij nog kunnen keren. In 1916 moest eerst Noord-Nederland onderlopen voordat er werd begonnen met de bouw van de Afsluitdijk. In 1953 moesten eerst 1836 mensen in Zuid-Nederland verdrinken voordat werd begonnen met de bouw van de Deltawerken. Hij vraagt zich in mijn ogen terecht af of het water eerst moet oprukken tot de Veluwe voordat we stoppen met gemiep over dure warmtepompen en lelijke windmolens. De Regionale Energie Strategie van de Achterhoek, waarin de Achterhoekse ambities voor de opwek van duurzame energie zijn vastgelegd, draagt als subtitel ‘Samen D’ran’. Hieruit spreken voor mij twee hele belangrijke zaken, enerzijds de urgentie waarmee we zaken moeten oppakken en anderzijds de belangrijkste succesfactor van de energietransitie namelijk het samen doen. Dat vergt een enorme omslag in ons denken. We moeten echt leren omdenken. Dat we daar nog lang niet zijn wil ik toelichten met een praktijkvoorbeeld.
Onze jongste is zes jaar oud, zit in groep 2 en dus hadden mijn vrouw en ik bedacht dat het wel leuk zou zijn als hij bij een sportvereniging zou gaan. Om een lang verhaal kort te maken, hij reduceerde zelf de mogelijkheden tot voetbal en hockey. Het is vooralsnog hockey geworden. In mijn jeugd werd er volgens mij nog gehockeyd op een grasmat, maar tegenwoordig zijn de velden uitgerust met kunstgras. Diezelfde ontwikkeling zag je tien jaar geleden ook bij het voetbal. De KNVB bericht dat van de 6000 wedstrijdvelden er thans ongeveer een derde een mat van kunstgras hebben. Over kunstgras en de mogelijke kankerverwekkendheid van het rubbergranulaat dat wordt gebruikt is heel wat te doen geweest. Laat ik het er maar op houden dat de geleerden het niet echt eens zijn geworden. Los van eventuele nadelige gezondheidseffecten van het spelen op kunstgras wordt kunstgras gemaakt van, het woord zegt het al, kunststof. Plastic dus! Kunststof is een aardolieproduct. Dat betekent dat bij de fabricage ervan gebruik wordt gemaakt van een fossiele grondstof, waarbij ook nog eens een heleboel CO2 vrijkomt. En dan heb ik het nog niet eens over de CO2 die vrijkomt bij recycling of als aan het einde van de levensduur de plastic mat in de afvaloven wordt verbrand. Bovendien is het rubbergranulaat dat wordt gebruikt een losse korrel die gemakkelijk in de vrije natuur terecht kan komen. Alsof we niet al voldoende plastic zwerfafval hebben.
Recentelijk werd de gemeenteraad van ons dorp gevraagd om in te stemmen met de verlening van een krediet voor de onmiddellijke vervanging van de kunstgrasmat van het jeugdveld van een van de lokale voetbalverenigingen. In de huidige tijd, waarin het maken van duurzame keuzes hoog op de politieke agenda staat, zou je eigenlijk verwachten dat de mogelijkheid om terug te keren naar een gewoon grasveld in ieder geval bespreekbaar is. De wethouder heeft het wel over recycling van het afgeschreven veld en het maken van een duurzame keuze voor wat betreft de infill, de eerder genoemde losse korrels, maar over de mogelijkheid om terug te keren naar gras wordt niet gesproken. En dat terwijl het voetballen op kunstgras duidelijk op z’n retour is. Om een motie van de oppositie te pareren biedt het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad aan om op basis van een nog te verschijnen notitie een brede discussie te voeren over de diverse onderwerpen die met het spelen op kunstgras te maken hebben. Saillant detail is dat een mogelijke terugkeer naar gras niet als een van de onderwerpen van de nog te verschijnen notitie wordt genoemd.
Een argument dat vaak ten gunste van het spelen op kunstgras wordt aangehaald is de belastbaarheid. Een voetbalveld van gewoon gras kan beduidend minder intensief bespeelt worden dan een kunstgrasmat. Logisch, want een mat van plastic lijdt natuurlijk veel minder dan een natuurlijke grasmat. Daar staat overigens wel tegenover dat de demping van een kunstgrasmat verre van optimaal is waardoor er een toename van gewrichtsklachten bij voetballers valt te bespeuren. En bovendien kun je het op een kunstgrasveld beter uit je hoofd laten om een lekkere sliding te maken, want je loopt onherroepelijk fikse brandwonden op. Maar hoe verhoudt de belastbaarheid van het voetbalveld zich nou werkelijk ten opzichte van duurzaamheidsaspecten? Met andere woorden, zijn we als gemeenschap in staat om voor het behoud van een leefbare planeet ongemakkelijke keuzes te maken? Keuzes die hoe dan ook inhouden dat we offers zullen moeten brengen. Keuzes die een andere manier van denken betekenen. Wie namelijk denkt dat de hele klimaattransitie een pijnloos proces gaat zijn die komt straks onherroepelijk van een koude kermis thuis. Een ware revolutie gaat nou eenmaal zelden zonder het spreekwoordelijke bloedvergieten. Of moet er zich eerst weer een ramp voltrekken voordat we beseffen dat we niet alleen ons handelen moeten veranderen maar in de eerste plaats ook ons denken? We moeten gaan omdenken!
Lees ook mijn blog over de klimaatcrisis.
Kunstgras is ook voor je gewrichten niet zo goed. Natuurlijk gras is beter.