De donkere dagen voor kerst
In de donkere dagen voor kerst kijk ik terug op het afgelopen jaar en probeer ik ook al voorzichtig vooruit te kijken. Over een paar dagen krijgen onze kinderen vakantie. Voor het echter zover is wordt er eerst nog kerst op school gevierd. Daar kijken ze doorgaans erg naar uit. Helaas gaat het traditionele kerstdiner door corona dit jaar echter niet door. In plaats daarvan wordt het een kerstontbijt en dat is natuurlijk ook hartstikke leuk. Het belangrijkste is dat ze gezellig samenzijn en iets lekkers te eten hebben, want samen eten is onlosmakelijk verbonden met kerst. Bovendien zitten onze kinderen nog in een leeftijd dat ze dergelijk wijzigingen in de plannen nog voor lief nemen. En, heel belangrijk, er wordt een alternatief geboden.
Perspectief
Dat is in deze tijd voor kinderen in de middelbare schoolleeftijd of jongvolwassenen wel anders. Wat is hun perspectief? Hoe verschrikkelijk moet het zijn om op de leeftijd waarin je normaalgesproken je plekje in de maatschappij gaat vinden zo opgesloten te zitten. En als dan het relativerings- en incasseringsvermogen, dat doorgaans met je leeftijd meegroeit, nog niet volledig ontwikkeld is, dan wordt het best wel zwaar. De toenemende vereenzaming door corona die onder ouderen plaatsvindt is dramatisch, maar mijn hart bloed nog harder voor de jeugd.
Als ik in de donkere dagen voor kerst terugkijk op mijn eigen middelbare schooltijd, dan zijn er een aantal mijlpalen die ik me nog goed herinner. Het jaarlijkse schoolcabaret, de schoolfeesten, uitwisselingen met andere scholen en in het voorlaatste jaar natuurlijk de werkweek. In de vakantie met een paar klasgenoten kriskras met de trein door Nederland. Dauwtrappen op hemelvaartsdag. En in het weekend af en toe met een paar vrienden naar de kroeg of discotheek. En in het laatste jaar natuurlijk het eindexamenfeest. Gewoon hele normale dingen die je meemaakt als je op de middelbare school zit. Maar sinds maart van dit jaar is er voor middelbare scholieren weinig meer over van datgene wat ik in mijn schooltijd als vanzelfsprekend beschouwde.
“Ach, ze zijn nog jong…”
En wat te denken van jongeren die afgelopen september aan een opleiding of studie zijn begonnen. De traditionele introductieweek kwam er ook bekaaid vanaf en het onderwijs was afgelopen jaar bovendien grotendeels op afstand. Veel studenten raakten als gevolg van corona hun bijbaantje kwijt. En voor die studenten die op zoek moesten naar een stageplek liep het in veel gevallen ook allemaal anders. Corona heeft het leven van veel studenten enorm overhoop gehaald. En dan hoor je veel mensen zeggen “ach, ze zijn nog jong en hebben hun hele leven voor zich”. Dat kan wel zo zijn, maar als er in een cruciale ontwikkelingsfase in je leven geen enkel perspectief wordt geboden, dan zou mij de moed wel behoorlijk in de schoenen zakken.
Nu weet ik wel dat het virus geen rekening houdt met leeftijd of levensfase, maar de overheid zou dat naar mijn mening wel moeten doen. Bijvoorbeeld door meer gecontroleerde experimenten uit te voeren. Dat hoeft de overheid niet zelf te doen, maar ze kan er wel op sturen en de mogelijkheden er voor bieden. Op die manier kom je er snel genoeg achter wat wel kan en wat absoluut niet kan. Want het oplopen van studievertraging is dit jaar eigenlijk nog wel het minste waar een jongere zich zorgen over zou moeten maken. Ik zou me als overheid eerder zorgen maken over al die jonge mensen die psychische klachten ontwikkelen.
Psychische klachten omdat ze het afgelopen jaar nauwelijks perspectief werd geboden. Of omdat ondanks de ontwikkeling van een vaccin de toekomst nog steeds erg onzeker is. Psychische klachten omdat het ‘echte’ contact met leeftijdsgenoten tot een absoluut dieptepunt is gedaald. Of omdat de kwaliteit van leven van deze kwetsbare groep enorm is verslechterd.
Focus
’De jeugd heeft de toekomst’ is een veelgehoorde uitspraak, maar wordt er ook echt naar ze geluisterd als puntje bij paaltje komt. Zij zijn het die Nederland weer moeten gaan opbouwen na deze vernietigende crisis. Als we niet heel snel meer doen dan praten over het terugdringen van CO2-uitstoot, zijn zij het die de gevolgen van de opwarming van de aarde letterlijk gaan voelen. Zij zijn het die we opzadelen met de gevolgen van de stikstofcrisis als we die niet heel snel weten te beteugelen. Tijdens de hele coronacrisis lag de focus op het beschermen van mensen met een zwakke gezondheid of zij die tot een risicogroep behoren. Met andere woorden, we maken ons drukker over onze ouderen die, met alle respect, al een heel leven achter de rug hebben, dan over onze jongeren. Dat zou wat mij betreft wel wat meer in evenwicht mogen zijn.
Hoop voor de toekomst
In de donkere dagen voor kerst kijk ik terug op het afgelopen jaar en hoor ik mensen om me heen verzuchten dat ze blij zijn dat dit jaar ten einde loopt. Uit die verzuchting klinkt hoop voor de toekomst. Dat is fijn, want zonder hoop voor de toekomst komen we volgens mij nergens. Het punt is echter wel dat de feitelijke jaarwisseling helemaal niets uithaalt. Immers, de situatie met betrekking tot het coronavirus is om twee voor twaalf op oudejaarsavond niet anders dan vier minuten later op nieuwjaarsdag. Het einde van 2020 haalt feitelijk niets uit. En ik denk eerlijkgezegd dat het er in 2021 niet beter of gemakkelijker op wordt. Het wordt hooguit anders. Wat 2021 ons ook brengt, ik hoop dat we een beter perspectief kunnen bieden aan de groep die in 2020 voor mijn gevoel het meest heeft moeten afzien.
Nog niet uitgelezen? Check dan gerust één van mijn andere blogs. Bijvoorbeeld die van vorige week over de Najaarsdip