Hoe confronterend kan de ontmoeting met een alleenstaande oudere man met een verstandelijke beperking in zijn verwaarloosde woning zijn?

Confronterend

Afgelopen week heb ik ter bestrijding van energiearmoede meerdere huisbezoeken afgelegd. De situatie die ik aantrof bij het laatste bezoek vond ik bijzonder confronterend en heeft me diep geraakt. Veel mensen hebben, ondanks het ingestelde prijsplafond, erg veel moeite met het betalen van hun energierekening. Andere mensen kunnen het wel betalen, maar willen desondanks een steentje bijdragen aan het verduurzamen van hun energieverbruik. Kortom, ik kom bij veel verschillende mensen over de vloer. Die diversiteit doet me denken aan de tijd dat ik als wijkverpleegkundige nog bij mensen thuiskwam. Van oudsher ben ik dus wel wat gewend en kijk ik niet zo snel meer ergens van op. Dat was deze week wel anders.

Alleenstaande oudere heer met verstandelijke beperking

Ik had een huisbezoek bij een alleenstaande oudere heer met een lichte verstandelijke beperking. De afspraak had ik met zijn broer gemaakt. Hij had het initiatief genomen om ons in te schakelen en wilde graag bij het gesprek aanwezig zijn. Dus ik op de fiets richting het dorp. Ik moest in een van de winkelstraten zijn, alwaar mijn cliënt in een benedenwoning woonde. De woning, zo bleek al snel uit het gesprek, had aanvankelijk een andere bestemming gehad. Het was vroeger namelijk een werkplaats geweest. 

Eenmaal binnen had ik een ding al snel geschoten. Mijn cliënt was een roker. Er hing een nogal verstikkend blauwe waas in de woonkamer en alle oppervlakken die vroeger wit waren kleurden geel. De slechte atmosfeer in de woonkamer werd flink versterkt doordat het er ongelooflijk warm was. Toen ik daar een opmerking over maakte kwamen we meteen te spreken over de slechte staat van onderhoud en isolatie van de woning. En over de particuliere huisbaas die zich door het jaar heen wel af en toe eens liet zien, maar niets deed.

Slecht geïsoleerd

De tuinzijde van zowel de woonkamer als de slaapkamer bestonden beide uit grote glazen puien. Ideaal om zoveel daglicht te hebben. Zeker in de tijd dat het nog een werkplaats was. Maar nu de ruimte dienstdoet als een woning staat de zon een groot deel van de dag op al dat glas te bakken. En als het nou HR++ glas was, maar het was thermopane beglazing die minstens dertig jaar oud was. Het keukenraam was zelfs nog uitgerust met enkel glas. Bovendien vertelde de broer van mijn cliënt dat het dak van de woning een zeer matig geïsoleerd plat dak betrof. Dus ook via het dak werd de woning lekker opgewarmd. 

Tocht en vocht

Een vraag over het woongenot stelde ik na enige aarzeling. Op een schaal van 1 tot 10 kreeg het woongenot een 2. Echter, verhuizen, anders dan tussen zes plankjes, wilde mijn cliënt niet meer. Gezien zijn mentale gesteldheid en het feit dat hij al vijftien jaar op deze plek woonde, kon ik me dat wel voorstellen. De temperatuursregulatie in de woning was niet bepaald het enige probleem. Er was ook sprake van tocht. De houten tuindeuren waren zodanig versleten dat er grote kieren waren ontstaan. Kieren die met tochtband of -strips niet meer te dichten waren. Tenminste niet als je de deuren ook nog wilde sluiten.

Schimmel in de slaapkamer

Een andere vraag die ik altijd stel is of er sprake is van schimmel- en/of vochtproblemen. Daarop zei de broer van mijn cliënt dat ik maar even een kijkje moest nemen in de slaapkamer achter mij. Wat ik daar zag was confronterend en ronduit schokkend. In een hoek van de slaapkamer was een groot deel van het behang van de muur. Er zaten overal vochtplekken en een gigantische zwarte schimmelplek op nog geen halve meter van het bed waar meneer ’s nachts sliep. Een ware nachtmerrie voor de gezondheid. Ook op andere plekken in de woning bleken door de tijd heen lekkages te zijn geweest. Meer en meer kreeg ik het idee dat deze woning zo lek als een mandje was. En bovendien een schande dat het in deze staat verhuurd werd. De gedachte dat deze bewoner met een verstandelijke beperking ernstig misbruikt werd kon ik niet onderdrukken. 

Thermostaat standje sauna

Toen we over het energieverbruik kwamen te spreken bleek dat mijn cliënt er graag warmpjes bijzit. De thermostaat staat gedurende het stookseizoen op zo’n 24 graden en aan nachtverlaging werd niet gedaan. Gezien de dramatische isolatiestatus verdwijnt het grootste deel van die warmte vermoedelijk het huis uit. Maar dan was ik wel erg benieuwd naar de energierekening. Die informatie was echter niet voorhanden. Wat bleek, de financiële zaken van mijn cliënt werden beheerd door een bewindvoerder. Zonder deze informatie viel er voor mij echter weinig te adviseren. Bovendien vond ik het na een uurtje in deze ongezonde atmosfeer wel welletjes. Dus we maakten een vervolgafspraak voor over een week. 

Witgoed uit de vorige eeuw

Voordat ik ging heb ik nog even een blik geworpen op het witgoed (wasmachine, koelkast en vriezer). Er bestaat namelijk een witgoedregeling waarbij men, als men aan bepaalde voorwaarden voldoet, een witgoed-apparaat mag laten vervangen. In zijn keuken had meneer een tafelmodel koelkast. Het merk nagenoeg onleesbaar geworden en de witte buitenkant compleet vergeeld. Van binnen was het ook geen feestje. De koelkast stamde duidelijk uit een tijdperk dat er nog geen energielabels bestonden. Bovendien werd ik van de informatie die op het typeplaatje stond ook geen steek wijzer. Op internet vond ik geen enkele informatie over dit type koelkast. 

Dus stelde ik voor om gedurende een week het stroomverbruik te meten. Op basis daarvan kon ik namelijk ook een inschatting maken van het energielabel en de vraag beantwoorden of het apparaat voor vervanging in aanmerking kwam. In de bijkeuken stond naast de wasmachine nog een koel/vries-combinatie, maar die was momenteel niet in gebruik. Ook dat apparaat zag eruit alsof het in de vorige eeuw was geproduceerd.

Confronterend

Op de fiets naar huis realiseerde ik me hoe confronterend deze situatie was. Ik werd enerzijds geconfronteerd met hoe goed ik het zelf allemaal voor elkaar heb. Anderzijds werd ik geconfronteerd met hoe kwetsbaar bepaalde mensen zijn. Oude mensen in het algemeen en oude mensen met een verstandelijke beperking in het bijzonder. Het meest confronterend vond ik overigens niet eens de deplorabele staat waarin de woning verkeerde. Wat me het meest trof was een uitspraak van de broer van mijn cliënt. Ik had een brochure uitgereikt met tips om te besparen met het voorstel om hier eens samen naar te kijken. Waarop de broer van mijn cliënt al lachend de opmerking maakt ‘ik heb nog meer te doen dan de hele middag hier zitten’.

Abonneer je op mijn blogs:
Facebook
Instagram
Twitter
Pinterest

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.